Masseer altijd in een vloeiend ritme. Wat een massage echt goed maakt, zijn de vakkundig toegepaste grepen en een harmonieus vloeiende beweging van de handen die de lichaamslijn volgt, soepel en in een gelijkmatig ritme. Degene die gemasseerd wordt krijgt een weldadig gevoel dat hij zich kan overgeven aan de handen. De zenuwuiteinden in de huid reageren heel gevoelig op elke onregelmatigheid in de aanraking, ook op schokkende bewegingen zonder vloeiende overgang of op te snel en te chaotische uitgevoerde grepen. Dan wordt er een prikkel afgegeven die het bedoelde ontspannende effect heel snel tenietdoet, omdat de spieren zich spannen en degene die gemasseerd wordt van schrik de adem inhoudt.
Techniek van masseren
Degene die gemasseerd wordt, vindt het aangenaam en ontspannend als de handen steeds in contact staan met de huid. Neem uw handen daarom niet in één beweging weg, als u een strijking beëindigd hebt en met de volgende wilt beginnen. Als u van techniek wisselt, dient u één hand op de huid te laten waar u voor het laatst gemasseerd heeft, terwijl de andere op het nog niet gemasseerde deel komt. Na een paar seconden kunt u de andere hand ook naar het nieuwe gedeelte brengen. Gaat u van strijken naar kneden, begint u eerst met de ene hand en daarna komt de andere erbij.
Altijd alleen de spieren
Belangrijk bij het masseren is, dat alleen de spieren worden gemasseert en niet de botten! Dit is onaangenaam. Strijk zachtjes over de botten heen en leg wat meer druk op uw handen als uw er voorbij bent. De wervelkolom is een gevoelig gebied, wat ook niet gemasseerd mag worden. Alleen de spieren aan weerszijden mogen gemasseerd worden.
Altijd naar het hart toe
Een uitgebreide massage activeert de bloedsomloop en de lymfe. Door de druk van de handen wordt zowel de doorbloeding als de lymfstroom sterk geprikkeld, omdat de huid, spieren en andere organen voorzien zijn van kleine adertjes en aderen. Tijdens een massage scheiden cellen in het betreffende lichaamsdeel door de druk van de handen, weefselhormonen af. Deze hormonen geven het signaal aan bloedvaten om zich te openen en het bloed te laten stromen. Zo wordt de huid voorzien van extra zuurstof en voedingsstoffen. Echter is deze voorziening alleen optimaal als tegelijkertijd ook de afvoer van afvalstoffen goed is. Het bloed moet dus ook weer afgevoerd worden. Dit gebeurd ook tijdens een massage, de afvoerende bloedstroom door de aderen wordt versneld. Een belangrijke voorwaarde voor dit alles is de juiste richting van de massage: In de richting van het hart. Wordt er naar beneden gemasseerd, in de richting van de voeten of handen, wordt de doorbloeding wel versterkt, maar de afvoer van het bloed wordt niet versterkt.
Welke greep u ook gebruikt of wat u ook masseert, masseer altijd naar het hart toe.